Applied Yoga Integration (AYI)

Controle over de motoriek is een proces waarbij mensen hun hersenen gebruiken om de spieren en ledematen, die bij een bepaalde beweging betrokken zijn, te coördineren en te activeren.
Het ontwikkelen van motorische controle is een belangrijk ingrediënt voor het creëren van een blessurebestendig lichaam.
Door spieren en ledematen te trainen om bepaalde acties uit te voeren, wordt meer mobiliteit gegenereerd, wat resulteert in meer motorische controle. In klassieke yoga worden de meeste houdingen passief uitgevoerd: We pakken de voet om de hamstring te strekken of klemmen de armen naar achteren om de schouders te openen.
Hoe fijn dit soms ook kan zijn, als passief strekken het enige is wat we doen, slijten onze gewrichten na verloop van tijd en ontwikkelen we o.a. RSI.

Met behulp van de activeringstechnieken die in Applied Yoga worden onderwezen, wordt zowel motorische controle als weefselveerkracht ontwikkeld. Dit maakt het lichaam sterk en soepel tegelijk.

Alignment is misschien wel een van de meest onbegrepen onderwerpen in yoga.
Yogabeoefenaars zijn altijd op zoek naar de juiste manier om een houding aan te nemen.
Alignment is echter geen statische ervaring. Er is niet één juiste manier om een houding aan te nemen, en er is geen perfecte uitlijning die voor elk lichaam passend is. Dus wanneer je yogahoudingen beoefent op een wijze die niet bij jou lichaam past, kan dat leiden tot klachten en blessures.

 In de AYI-methode worden principes van afstemming en beoordeling van verschillende personen gedefinieerd.
Afstemming is individueel voor elke persoon. De acties die nodig zijn om een gewricht te centreren, zijn gebaseerd op het uitgangspunt van een individu en zijn geen gebod "doe het elke keer op deze manier". Het creëren van gezonde spieren en botten die met elkaar samenwerken om optimale beweging te vormen, is de sleutel tot het helpen van iemand met een blessure.

Het beoordelen van de individuele gewrichten door middel van yogahoudingen en corrigerende oefeningen, staat voorop bij AYI. 

Wanneer een gewricht beperkt of juist hypermobiel is, moeten de omliggende gewrichten en weefsels de speling opvangen.
Dit zorgt voor compensatie, beperkt het bewegings-potentieel en resulteert uiteindelijk in pijn of letsel.



Yogahoudingen fungeren als hulpmiddelen om te detecteren wanneer er iets niet klopt. Dit geeft therapeuten of behandelaars een unieke kans om de vorm te corrigeren.
Wanneer deze correcties worden aangebracht, neemt het bewegingspotentieel toe, neemt de pijn af en wordt de kwaliteit van leven hersteld.

De adem is het belangrijkste bewegingspatroon in het leven. Het is de eerste beweging die pasgeborenen maken en de laatste beweging voor de dood.

De meeste mensen ademen echter niet optimaal. Anderen zijn zich helemaal niet bewust van de adem. De adem is direct gerelateerd aan gedachten en gevoelens. 

Studies hebben aangetoond dat korte, snelle, onbewuste ademingen leiden tot een staat van angst, terwijl diepere, langzamere, meer bewuste ademhalingen een staat van kalmte en rust creëren.

Er is een sterke correlatie tussen lichaam en geest. Het een kan niet zonder het ander en de een informeert de ander voortdurend. Wanneer bewustzijn naar een deel van het lichaam wordt gebracht waar het bewustzijn voorheen niet doordrong, vertaalt de aandacht zich in meer vitaliteit en levendigheid.

De Boeddha onderwees het belang van Mindfulness van het lichaam toen hij verklaarde dat dit het directe pad naar verlichting is. Dit betekent dat het onder de aandacht brengen van aspecten van de fysieke vorm veel meer effect heeft dan alleen het verlichten van pijn. Het suggereert ook dat ongemak in het lichaam meer kan zijn dan alleen een fysiek fenomeen.

Yoga maakt beoefenaars sterker en soepeler. Het is een hulpmiddel voor zelfontwaking. Hoe sterker en mobieler yogabeoefenaars worden, hoe hoger de kwaliteit van leven en hoe gelukkiger je kunt zijn.

De aangeboren wijsheid van het lichaam is een belangrijk onderdeel van de menselijke ontwikkeling. Deze unieke intelligentie informeert het lichaam wanneer het veilig is of wanneer we in gevaar zijn. Het geeft ook aan hoe een bepaalde actie moet worden uitgevoerd die helpt bij het opbouwen van kracht en mobiliteit. Wanneer die intelligentie er niet is, neemt de kans op letsel enorm toe.

Nadat we ons bezeerd hebben, creëert het lichaam compensatiepatronen. Spieren en gewrichten bewegen niet meer zoals voorheen en er ontstaat vaak littekenweefsel.
De eerste stap bij het herstellen van het bewegingsbereik is ervoor te zorgen dat gewrichten op het juiste vlak werken. Hierdoor wordt de vorming van afwijkend littekenweefsel voorkomen.
Met behulp van de principes in de AYI-methode worden onderwezen, kan weefsel weer normaler worden.